Screening op alvleesklierkanker bij erfelijk belaste families leidt tot vroege opsporing van deze tumor – juni 2016
Alvleesklierkanker is een van de meest agressieve vormen van kanker. De overleving na vaststellen van de ziekte is gemiddeld slechts 6 maanden. De tumor is bij ontdekking bij het merendeel van de patiënten al zover gevorderd dat operatieve verwijdering niet meer mogelijk is. In 2000 werd in Leiden (LUMC) en Marburg (Duitsland) en in 2010 in Madrid een screeningsprogramma gestart bestaande uit een jaarlijkse MRI-scan van de alvleesklier bij personen met een verhoogd risico op alvleesklierkanker. De onderzoeksgroep bestond voor de ene helft uit personen met een genetisch defect (zgn. p16-Leiden mutatie) en de andere helft uit personen met een belaste familie (2 of meer directe familieleden met alvleesklierkanker). In 2015 werden de resultaten van de screening uit de 3 centra gebundeld en geëvalueerd. De uitkomsten van het onderzoek bij personen met het genetisch defect lieten zien dat bij 7% alvleesklierkanker werd vastgesteld. Bij de meerderheid (75%) van deze patiënten kon de tumor operatief worden verwijderd. De 5-jaars-overleving was circa 24%, in vergelijking met een overleving van 5% gerapporteerd voor patiënten met alvleesklierkanker vastgesteld na het ontstaan van klachten. In de groep personen met familiair alvleesklierkanker werd een kwaadaardige tumor slechts vastgesteld bij <1% van de gevallen. Veel vaker (6%) werden in deze groep voorlopers van alvleesklierkanker gevonden. Samenvattend lijkt screening op alvleesklierkanker in de groep personen met het genetisch defect de levensverwachting te kunnen verbeteren. Voor de groep met familiair alvleesklierkanker is dat nog onzeker omdat onbekend is of alle voorlopers ook kwaadaardig worden. De resultaten van het onderzoek zijn in mei 2016 gepubliceerd in de Journal of Clinical Oncology (Isaura Ibrahim, Hans Vasen, Bert Bonsing, Martin Wasser en anderen). Ook al is screening bij sommige patiënten effectief, het is duidelijk dat de resultaten nog lang niet optimaal zijn. Daarom vindt momenteel onderzoek plaats om na te gaan of de toepassing van “tumormarkers” de vroege opsporing verder kan verbeteren. Tumormarkers zijn stoffen in het bloed die de aanwezigheid van alvleesklierkanker kunnen aantonen. De eerste resultaten worden verwacht in het najaar. Gedurende de afgelopen 80 jaar is er geen duidelijke vooruitgang geboekt in de behandeling van patiënten met alvleesklierkanker. De bovenbeschreven onderzoeksresultaten kunnen beschouwd worden als een eerste stap in de goede richting. Uiteindelijk is de verwachting dat het onderzoek in deze risicogroepen, ook van belang kan zijn voor de vroege opsporing van alvleesklierkanker bij de veel grotere groep personen met een gemiddeld risico op deze tumor (algemene bevolking) bijv. wanneer er een goedkope zeer gevoelige tumormarker beschikbaar is.